Donderdag hebben we de schapen weer thuisgehaald. Ze hebben ongeveer drie maanden bij de buurman gelopen. Dat is een boer met heel veel land en dan mogen onze schapen de restjes gras die de koeien hebben laten staan opeten. Zo hebben ze ongeveer 35 hectare nagelopen. Goed voor de schapen als ze lekker de ruimte hebben en goed voor ons eigen land dat dan een periode rust kan hebben. In die afgelopen drie maanden is er één schaap doodgegaan. Altijd jammer als een dier ons ontvalt, maar geen slechte score.
We hebben de schapen over de openbare weg naar huis gehaald, ’s morgens om 11 uur. Een tijdstip dat het niet druk is op de weg. En ook een tijdstip waarvan je kunt verwachten dat iemand niet echt haast heeft als hij of zij even moet wachten. Tegemoetkomend verkeer is nooit geen probleem. De schapen lopen gewoon om de auto heen. Maar achteropkomend verkeer moet wel even geduld hebben. Je merkt wel aan de mensen dat het een bijzonder verschijnsel is om een koppel schapen lopend over de openbare weg te zien.
We hebben de dieren tevens op drachtigheid laten controleren. Dat gebeurt met echo. Vijf dieren bleken niet drachtig te zijn. Twee oudere schapen en drie ooilammeren. De twee oude schapen en één ooilam doe ik weg. Twee ooilammeren krijgen volgend jaar een nieuwe kans. Dit zijn twee dieren met een mooie afstamming en het zijn goede dieren qua exterieur. Dus de schapen lopen in het hok. Ik heb een baal uitstekend kuilgras bij de schapen gezet om te voederen. Bij de overgang van buiten naar binnen is het altijd oppassen geblazen dat de hoogdrachtige schapen meteen het wintervoer beginnen op te nemen. De lammetjes vragen immers ook veel energie. Als je van smakelijk (buiten)gras overstapt op matig kuilvoer willen ze het niet zo goed gaan eten. Niet eten betekent lichaamsreserves aanspreken, vet verbranden en bij het verbranden van vet komt aceton vrij (aecetonemie) en dat vergiftigt eigenlijk het lichaam. De schapen kunnen dan niet meer staan, willen helemaal niet meer eten en het heeft vaak de dood tot gevolg. En dit probleem doet zich logischerwijs voornamelijk voor met schapen met drie lammetjes in de buik, die hebben immers de meeste energie nodig (als zo één dood gaat heb je meteen vier dode dieren ipv één!). Smakelijk kuilgras te eten geven en de schapen ruim voor de bevalling deze overgang van voeding mee te laten maken verkleint de kans op deze problemen. Over een maand komen de eerste lammetjes. Deze komende maand is het zaak dat de schapen niet teveel en niet te weinig voer krijgen. Teveel voer geeft vervetting en te zware geboortes. Te weinig voer geeft zwakke lammetjes en een te lage melkgift bij de schapen. De dieren goed observeren en voelen (conditie bepalen) en de nodige ervaring moet er voor zorgen dat het goed komt. Maar ik vind het juist voederen van de hoogdrachtige schapen niet zo gemakkelijk.
Prachtig beroep heb je